Art’s kamertje

Art’s kamertje

Ik kom niet vaak op Arts kamertje maar het is fijn dat die plek er nog is, als een Art-museum. Ook grote broer komt er vaak even. En zijn zussen rommelen in de verkleedkist, vinden er een spelletje of komen met een knuffeldier of een map Pókemon-plaatjes naar beneden (dat vindt grote broer dan weer minder). 
Maar nu ga ik zijn kamertje opruimen, want het is de bedoeling dat dochter Wende er komt te slapen. De peutertweeling houdt elkaar (en ons!) veel wakker en daarom krijgen ze allebei een eigen slaapplek.
Het voelt goed dat het rolgordijn na al die tijd weer wordt geopend, dat het raam opengaat. Frisse lucht erin, een nieuwe start. Het voelt goed dat dit kamertje weer een functie krijgt. 
Ik ga door Art’s spulletjes heen. Zijn beddengoed waaruit een wolk van stofjes opstuift als ik het pak, een bestuurbare auto die het niet meer doet omdat de batterij is leeggelopen. De tweeling moet lachen om het waggelende varkentje dat gaat lopen zodra ik het knopje omdraai. Art had er ook altijd veel lol van.
Ik pauzeer even op het gekleurde gevlochten stoeltje. Is het eigenlijk wel goed wat ik nu doe? Ben ik een ontaarde moeder die haar zoon uitwist of ga ik nu door met mijn leven? Zodra we de kamer veranderen kunnen we nooit meer terug naar hoe het was – maar dat konden we sowieso al niet.
Ik haal Art’s blauwe bedje uit elkaar. Zie de potlood-krassen die hij drie jaar geleden maakte, toen zijn zussen werden geboren en hij het nodig vond de aandacht op te eisen door de muren en zijn bed te versieren met tekeningen. Ik kan er nu om lachen.
En dan zijn behang, zijn muur waar hij zo trots op was. Voor Wende moet er eigenlijk een ander papiertje op. En wat doe ik met al zijn speelgoed, en de kleertjes die nog netjes in de kast liggen, alsof hij zo weer een typische Art-kledingcombi zal aantrekken? Ik snuf aan een trui in de hoop hem te ruiken, maar vergeefs. 
Ik kijk om me heen naar de rommel die ik heb gemaakt en opeens moet ik weg. Het rolgordijn gaat weer naar beneden. 
Nu staat het kamertje er half-half en weer in het donker bij. En eigenlijk voelt het wel goed, voor de helft Art’s kamertje en voor de helft het kamertje van zijn zus. 
De omschakeling zal langzaam gaan, maar dat is niet erg. 

Geen reactie's

Geef een reactie